São Miguel

De zeiltocht van Harlingen naar het eerste eiland is uiteindelijk heel vlotjes en vrijwel zonder bijzonderheden verlopen. We konden weer binnen wachtlopen en er was bijzonder weinig scheepvaart nadat we bij Brest ZZW gingen varen en daar de scheepvaartroute waren overgestoken. Om de een of andere reden waren er precies geen schepen die we hoefden te ontwijken of die voor ons hoefden bij te sturen.

Het enige waar we van gingen transpireren was de nieuwe “Code Zero”. Dat is een extra groot voorzeil dat vliegend gevoerd wordt. Er zit een anti-torsie kabel in die er samen met een roller voor zou moeten zorgen dat we het zeil prima kunnen oprollen. De eerste keer hadden we dat wat slordig gedaan, en de 2e keer was er net te veel wind. In beide gevallen hebben we het zeil uiteindelijk maar gestreken door het val te vieren en het zeil (met moeite) naar beneden te sleuren. Dit alles terwijl we natuurlijk netjes aangelijnd aan dek waren. Gevaarlijk was het niet, zwaar wel, want het is nogal een groot loeder dat zeil. Nog wat meer oefenen dus, met een andere manier van oprollen.

Maar goed, dat was het qua moeilijkheden, afgezien van dat de Watt&Sea watergenerator en de Kabola verwarming (voor het warme water) niet meer werkten.

Afgelopen zaterdagochtend om 8 uur ‘s morgens kwamen we aan in Ponta Delgada, de hoofdstad van São Miguel. Dat is de hoofdstad van het grootste eiland van de Azoren. Het is een prachtige oude stad met voornamelijk originele huizen. De natuur er om heen is spectaculair met heel veel groen.

Het centrum van Ponta Delgada
Natuurlijk een portie Lapas om kennis te maken met de Azoren

Omdat het zondag veel zou gaan regenen hebben we zaterdag wat uitgerust en lekker uit gegeten (2x) en Zondag een beetje geklust. De propellor van de Watt&Sea was door mij verkeerd gemonteerd, dus we mochten blij zijn dat ie er niet afgevallen was. Eenvoudig te repareren. Bovendien bleek de fabrikant ondertussen nieuwe software versie te hebben waarmee we het apparaat beter kunnen afstemmen op de Lithium accu’s van de Merrimac. Die gaan we vandaag of morgen dus upgraden nu we een USB Mini kabeltje bemachtigd hebben. Peter bleek een verleden te hebben als werknemer bij een oliebrander fabrikant. Hij moest wel lachen om hoe klein de Kabola brander was, maar hij herkende alles. Helaas kon ook Peter de Kabola niet permanent aan de praat krijgen.

Met z’n drieën in de Peugeot, paste net prima!

Maandag was de eerste dag dat we een Peugeot 208 hadden gehuurd. Een fantastisch karretje — niks kraakt of piept en hij trok ook met lage toeren prima de bergen in. Gelukkig was het maandag relatief zonnig met weinig bewolking. Een prima dag om naar de oude vulkaan “Sete Cidade” te trekken. Hier is een spectaculair uitzicht over de krater te bewonderen. Vroeger waren de twee meren in de krater nog net iets bijzonderder: toen kleurde het ene meer groen en het andere meer blauw. Nu waren ze beiden groenig.

De twee meren van Sete Cidade
Kees, Peter en Gerard

Via Miradouro (Mira = zien, Ouro = goud) uitkijkpunten slingerden we ons naar de kraterrand. Het is op zulke toeristische plekjes wel zo dat er andere toeristen zijn maar om nou te zeggen dat het super druk was, nee. Wel herken je na verloop van tijd gedurende dag de diverse huurauto’s die een vergelijkbare tocht aan het doen zijn. Bij één zo’n uitkijkpunt spraken we een Duits/Argentijns echtpaar, Christoph en Virginia. Zij bleken ook op een zeilboot hier te zijn gekomen, in hun geval vanuit de Caribbean. Na een heerlijke lunch met verse Albacore tonijn, weggespoeld met een flesje “Frei Gigante” (heerlijke witte wijn uit Pico) terug naar de boot, waar we verder gingen met klussen — voornamelijk weer aan de Kabola. Later kwamen onze nieuwe vrienden nog een borreltje halen. Ze hadden een prachtige makreel meegenomen — ze hadden er twee gekregen van de buurman die een aantal vissen gevangen had.

Miradouro nummer nogwat
Natuurlijk gevormd zwembad

Dinsdag was iets minder weer, maar het begon nog redelijk goed. We zijn na het ontbijt richting het noorden gereden waar ik Peter en Gerard graag “Gorreana”, de enige thee plantage van Europa, wilde laten zien. Ten opzichte van 2015 was er wel wat veranderd, er is een nieuw café in aanbouw, maar de machines zijn nog steeds stokoud (100 jaar +). Er werd zelfs gewerkt in de fabriek, er werd thee gefilterd, zakken en zakjes gevuld en doosjes gevouwen en gevuld. Natuurlijk behoorlijk thee ingekocht! Via een lange tocht langs de prachtige oostkust weer naar de boot, verder klussen aan de Kabola. Peter heeft de Duits/Portugese makreel fantastisch bereid in de oven, dus er werd weer aan boord gegeten. Na het eten de elektrische step eens geanalyseerd waarom deze niet meer (goed) wilde laden. Na een uurtje lag ie in kleine onderdeeltjes op tafel. Conclusie: batterij overleden door gebrek aan laden…

Stokoude machines van Gorreana
Zoek de vuurtoren!

Woensdag voelde Gerard zich niet helemaal lekker, dus na het even aangekeken te hebben zijn Peter en ik maar samen naar het zuidoosten gereden. Hier zijn in de “Furnas” krater een aantal plekken waar de warme binnenkant van de aarde nogal dicht aan de oppervlakte komt. Een wondje van moeder aarde, als je wilt. Er zijn plekken waar het borrelt, plekken waar het naar zwavel ruikt, en plekken waar er ook warm water uit stroomt. Heel bijzonder om (weer) te zien! Op de terugweg nog even langs de Decathlon om een nieuwe step in te kopen.

Vandaag, Donderdag, heb ik Peter om vijf uur ‘s morgens op het vliegveld afgezet, de Duitse Neue Freunden konden ook mooi meereizen want die hadden dezelfde vlucht. Het was super gezellig met Peter, hij kan goed ouwehoeren, koken, bier drinken en zeilen.

Nu zijn we weer met z’n 2tjes. Gerard helpt nog even mee de boot naar een volgend eiland te varen. Liefst Horta maar eerder deze week was het daar nog heel druk met boten uit de Caribbean. Hopelijk neemt dat nu wat af en kunnen wij daar heen. Anders naar São Jorge of Terceira.