Zuid Engeland en weer naar huis
Oef, het is al weer December en we hebben de website nog niet bijgewerkt. Nu nog maar even, al is het maar om over 10 jaar zelf nog eens na te kunnen lezen wat we ook al weer gedaan hebben dit jaar.
Terug naar afgelopen zomer… Na een nachtje ankeren bij Tresco en een nachtje aan de meerboei in Hughtown op het hoofdeiland St. Mary’s, hebben we daarna nog 2 ankerplekjes gezocht bij St. Martin’s. Het weer was perfect om lekker te “hangen”; niet te veel wind, zonnig en prima temperatuurtje. Op St. Mary’s en St. Martin’s hebben we nog heerlijk gewandeld.
Op 13 augustus was het toch tijd om weer verder te gaan. Op naar Falmouth, de grootste natuurlijke haven van de UK. In de tijd van de zeilende vrachtvaart was het een zeer gewilde haven omdat je hier ook bij slecht weer goed kon binnenlopen, en het heeft dan ook een enorm lange geschiedenis. Er staan spectaculaire forten bij de ingang om het te verdedigen. Maar eerst moesten we het nog aanlopen… We zagen de hele middag al een schip van Border Force rondvaren; hij vroeg allerlei schepen via de VHF wat hun bedoelingen waren en waar ze heen gingen en of ze aangemeld waren bij het nieuwe elektronische aanmeld systeem. Ons sloegen ze over. Maar ja, ze moesten om vijf uur natuurlijk thuis zijn in Falmouth, dus dan kunnen we nog mooi één bootje doen: wij dus. En omdat het eerder op de dag verder op zee te hobbelig was om met de RIB naar boten toe te varen konden ze dat nu dus mooi nog even doen.
Mevrouw, mogen we aan boord komen. Ja natuurlijk. We zijn wel nog maar 10 minuten van de ingang, en we moeten de zeilen nog strijken én navigeren. Ja hoor, vaart u maar door, doe uw ding. Maar ondertussen wel tientallen vragen op je afvuren net als je met invaren bezig bent. Zeer onhandig, vooral als er dan een schoot van de Code 0 bij het oprollen van de fok klem loopt. Geen onaardige jongens, maar echt geen idee van zeemanschap. Enfin, net na de ingang waren ze klaar en gingen ze weer.
Vreemd, er liggen allemaal Tall Ships. De eerste jachthaven maar eens gebeld, hebben jullie plek? Ehhh jawel maar er is wel Tall Ships Races! Oh wat grappig, na nog een keertje terugbellen was er plek voor ons aan een hele leuke steiger met “kleine” tall ships en een hele aardige Nieuw Zeelander waar we nog een lekkere Marlborough wijn mee soldaat hebben gemaakt. We lagen onderaan het “Small Ships” museum wat we bekeken hebben en waar een soort buitenplein was met allemaal restaurantjes. Niet heel authentiek, maar wel lekker (en toeristisch). Sowieso was Falmouth nogal vol met toeristen. Best logisch, want het is een heel aardig plaatsje met allemaal leuke winkeltjes. De nodige snuisterijtjes, kaasjes, worstjes en vooral boeken zijn hier ingeslagen.
Arnold heeft hier de trein genomen naar vrienden ergens in de UK, dus vanaf hier voeren we met z’n drieën verder. Na nog een nachtje “up river” ankeren op de rivier Fal, vroeg al weer verder.
De bedoeling was naar de rivier Yealm te varen, maar halverwege de dag begon via de marifoon opeens een waarschuwing voor plotseling slecht weer te beluisteren. Op de oceaan zijn we heel erg met het weer bezig, dus dan worden we nooit verrast. Maar hier, waar je langs de kust vaart, ben ik wel eens een beetje laks daar in. Maar dan is er dus de marifoon nog, en dan maar snel naar de kant. Als het dan toch slecht weer wordt, dan maar naar ergens waar we weten wat we krijgen: opnieuw naar Fowey dan maar. Een heerlijke plek.
De drijvende steiger op ons favoriete plekje net onder het huis van William en Arne was nog vrij. De volgende dag was het ook nog wat wisselvallig, dus lekker om het stadje nog eens te bekijken. Er zit hier een verrukkelijke slager, dus weer ruim inslaan. Met Ella op stap kan je goed naar wat sjiekere restaurants, dus hebben we in Fowey twee sjiekere restaurants bezocht. Het Italiaanse restaurant was geweldig en gezellig, het hippe restaurant viel wat tegen, vooral de biologische wijnen: zuur en schimmelig. Dat weten we dan ook weer.
Vervolgens verder naar een paar andere favoriete plekken, eerst Lymington. Lekker rondkijken, dames naar kunst, kees naar de bootjuwelier (weer een boat dollar weg). En vervolgens naar Cowes, waar we bijna elke keer in de UK wel komen. Het is het Engelse zeilers-mekka, dus altijd wat te doen. De Spinlock winkel is nu alleen nog maar kantoor helaas, maar bij Musto hadden ze mijn favoriete broek in 42L, ongehoord! Omdat we in Falmouth een 10 daagse kaart voor English Heritage Sites gekocht hadden kreeg ik de dames mee naar Osbourne House. Daar wilde ik altijd al eens een kijkje nemen, maar je moet eerst met de veerboot naar de overkant en dan met de bus of een uur lopen. Het was geweldig weer en het huis is echt indrukwekkend. Het is gebouwd door koningin Victoria en haar man Albert, want zij vond het buitenhuisje van George IV in Brighton helemaal niks. Het is nog een redelijk bescheiden huis voor iemand die de regent was van 1/3 van de aardbol… Grappig genoeg herhaalde de geschiedenis zich: haar kinderen wilden er niet wonen. Het is tegenwoordig dan ook van een stichting, die zonder financiële steun van het koningshuis het zo mooi mogelijk houdt. Vooral de tuin en het uitzicht over de Solent is prachtig.
De volgende dag door naar vriendin Janet, die de pub King & Queen in Hamble runt. Marion is haar tegengekomen in 2015 toen de boot op de Southampton Boat Show lag. Ze heeft heel veel gezeild, heeft fantastische verhalen over beroemde zeilers, waaronder Nederlandse, die we hier niet zullen herhalen, maar bovenal houdt ze net zo van witte wijn als Marion. Erg compatibel dus!
Daarna had ik een bezoek geregeld aan de ingenieurs van B&G die tegenwoordig een kantoor aan de haven in Southampton hebben. We lagen nog niet vast of ze kwamen mij al ophalen voor een bezoekje aan hun kantoor. Meteen een nieuwe sail computer meegekregen om te testen. Het zijn ontzettend aardige jongens, die ik probeer te helpen waar ik kan. Normaliter ga je niet naar Southampton zelf, maar het viel heel niet tegen, er was ook een lekkere craftbeer pub (aangeraden door Ben en Matt) en best wel authentiek Turks gegeten.
De volgende dag weer verder, in verband met de tijd maar weer even een nachtje doorvaren. We voeren door tot de ingang van de Walton Backwaters. Hier zijn we in 2010 geweest. Dit keer drooggevallen bij de ingang met prima weer.
Vervolgens de rivier Orwell op naar Ipswich. Dit keer de andere marina gekozen, hier hadden ze een “precies pas” plekje voor ons. Ipswich is bij nader bezoek een wel heel erg Engelse stad met typische kenmerken: veel armoe, rare winkeltjes en mannetjes in opgevoerde auto’s. Maar ook best wel leuke dingetjes tussendoor, waaronder een prachtig museum (Cristchurch Mansion) met heel veel schilderijen van Constable en Gainsborough, die in de buurt geboren zijn en er ook heel veel geschilderd hebben.
Een laatste nachttocht bracht ons in de vroegte weer terug naar Harlingen. We hadden wel weer zin in om naar huis te gaan, want Ella zou de sleutel krijgen van haar eerste eigen huis, en ik kon eindelijk, na twee jaar wachten, de “sleutel” van de Lucid Air in ontvangst nemen! Joepie!