Ierse zuid (en beetje west) kust
Na Crookhaven was het een paar dagen redelijk goed weer verwacht, dus zijn we om de hoek in de eerste “ria” van de westkust in een baai “Blair’s Cove” bij Durrus gaan liggen. Hier werd een foto gemaakt van het luxe hotel/restaurant waar Marion en ik in een ver verleden een keer geweest waren. Ik herinner me nog dat de eigenaresse die het hotel deed Duits was (dus alles schoon, netjes, fantastisch ontbijt) en dat meneer de eigenaar die het restaurant deed Belgisch was (dus heerlijk eten.) Nu sliepen wij in hun uitzicht!
Arnold er op uit op ontdekkingstocht, en hij kwam er achter waar we konden “landen” en naar het dorpje lopen. Allemaal heel lieflijk, en nu een fantastische hamburger voor de lunch. Grappig gesprekje met de verkoper, die bleek hoogopgeleid maar moest nu alle facetten van het familiebedrijf door dus ook hamburgers verkopen. Eigenlijk was hij software ontwikkelaar, dus ik kreeg ook uitleg over hun softwarebedrijf!
Daarna was het tijd om naar Baltimore te zeilen. Onderweg kwamen we de beroemdste “waypoint” in de zeilerswereld tegen, de Fastnet Rock vuurtoren. Dit jaar waren we er net rond de 50e editie van de Fastnet Race.
De naamgever van de grote stad in de Verenigde Staten bleek net zo pietepeuterig te zijn als Crookhaven en Durrus, met een supermarkt zonder “off licence”. Daarom zijn er zoveel pubs, hebben wij bedacht, omdat je alleen in de grote steden alcohol kan kopen. 7000 pubs tegen 3000 off licenses. Dat is in Nederland wel andersom denken we. Baltimore was net als Crookhaven behoorlijk vol met (vooral Ierse) toeristen. Ook hier boften we met het weer, best wel zonnig al heb je elke dag ook wel een buitje.
Daarna hebben we Kinsale aangedaan. Hier was dan, volgens de prima reisgids van de Irish Cruising Club, een grote supermarkt. En een jachthaven, maar daar konden we niet terecht omdat Adela er lag. Een enorm zeiljacht van 55m, zie link, prachtig, maar vult dus wel de gastensteiger. Gelukkig bleek er een gasten boei vrij, want het woei pittig.
Met het bijbootje weer naar de wal en op naar de volgende pubs! De volgende dag weer een excursie naar het “Charles Fort”. Gebouwd na de opvolgings-oorlogen was dit een late reactie op de aanval van de Nederlanders op Chatham, waar wij de engelse vloot in de pan gehakt hebben. Dit was weer een reactie op de aanval op Terschelling en Vlieland, waar de Engelsen onschuldige koopvaarders en de bevolking aanvielen. Helaas hebben we toen de 3e en 4e Engelse oorlog verloren. Je hoort die Engelsen er niet zo veel meer over …
Wat in Ierland ook opvalt: overal aandacht voor de vrijheids-strijd tegen de Engelsen in de 1920er jaren, en de Engelsen zijn zeker niet populair, nog minder sinds Brexit. Maar ondertussen is wel bijna alles op Engelse leest geschoeid, ook waar dat wellicht niet hoefde of hoeft. Engelse standaarden voor elektriciteit, bijvoorbeeld. Engels eten (alleen noemen we dat dan Ierse bacon, thee, chips, etc.) En natuurlijk links rijden!
Ondertussen hadden we afgesproken met Marion en Ella dat zij naar Cork zouden komen, dat is makkelijk aan te vliegen en een goede springplank om naar de Isles of Scilly te gaan. Er was keuze uit een steiger midden in de stad, die er op de foto in de gids overvol uit zag, of een ligplaats in de jachthaven van de oudste zeilclub ter wereld, de Royal Cork Yacht Club uit 1720. Nog steeds Royal (Engels dus!). Dus voor die laatste gekozen. Nou was dat niet erg, de service was op zich prima, maar de bar was bijna leeg, en het eten ook niet bijzonder, en in het dorp maar 1 restaurant en 1 fish & chips (genaamd Chish and Fips). De jachthaven stelde kortom niet zo veel voor, de club nog minder en het dorpje was wel ver van de stad. Achteraf de verkeerde keuze, want toen we later met de huurauto langs de steiger in de stad reden bleek die vrijwel leeg te zijn!
Marion en Ella kwamen een beetje geschokt van de smalle wegen bij de jachthaven aan, en wij namen hun op touw naar het dorp. Lekker gegeten en gedronken, de volgende dagen maar snel met de auto naar Cork. Een leuke stad, met veel ouderwetse winkeltjes en gezellige pubs en restaurants. Een aanrader!
Vervolgens was het alwéér tijd om snel met nieuwe bemanning naar het volgende land te zeilen. Er kwam een kleine depressie over, en waar het ‘s morgens nog windkracht 8 was ging het tegen de middag helemaal opknappen en voeren we in prachtig weer met een volgend windje van 15-20 kn prachtig naar de Isles of Scilly. Iedereen incl. ikzelf wel wiebelig qua zeeziekte want de golven waren nog groot!
Dit keer klopte mijn haast wel, want we zijn nu in Green Bay tussen Bryher en Tresco. Wat is het hier toch weer prachtig, en nu kunnen Marion en Ella dat ook eindelijk zien. Gewandeld over Bryher, een werkelijk allerschattigst eilandje met zo’n 80 inwoners. Op diverse plekken is er van alles te koop, gewoon met honesty box incl. pin automaat. Zo hebben we heerlijke fudge gekocht maar ook aardappelen, groente en dergelijk is zo te koop.
Zo, de blog is weer bij en nu gaan we snel naar Tresco!
Nou familie Verruijt dat ziet er toch allemaal jaloersmakend uit.
And more to come!
Geniet ervan samen.
We genieten graag een beetje mee.
Wat een prachtige plekjes bezoeken jullie toch.! Erg leuk om de verslagen weer te lezen Kees!
En nu gezellig met het hele gezin op stap, fijn!
Lieve groet uit Leiden