Samen naar Ierland
De laatste weken in Ponta Delgada gingen snel voorbij, vooral omdat het een “jantje gaat, pietje komt” situatie bleek. Ik had de ene bekenden nog niet uitgezwaaid of er bleken al weer andere aangekomen. De grappigste ontmoeting was echt onverwacht. Er stond een Nederlandse meneer aan de boot, mooie boot meneer, het bekende praatje, leuke vent, dus ik nodig hem uit aan boord. Op gegeven moment, wilde net binnen laten zien, komt zijn vrouw ook aan. Zij zegt wacht even haal ik onze andere twee ook even. Sta ik 5 minuten daarna in de voorhut, alleen de voornamen uitgewisseld, vang ik opeens de achternaam van de 2e meneer op: Korte. He, mijn eerste baas bij Oracle heette ook Wim Korte. Verblufd zeg ik maar Wim, jij kent mij wel, ik ben Kees Verruijt en jij hebt mij nog aangenomen! En dan ontmoet je elkaar na 30 jaar niet gezien te hebben op zo’n manier weer! Het werden een paar gezellige dagen met Wim, Margaret en hun vrienden. Goed gezelschap ook om de betere restaurants te bezoeken. Na onderstaande foto stond Margaret ‘s morgens aan de boot: ligt mijn paspoort bij jou. Nee, helaas. En een uurtje later: mag ik je fiets lenen want het paspoort ligt nog bij het restaurant! Wat een opluchting!
Op woensdag 12 juli kwam Arnold aan. De taxi bracht hem netjes tot aan de haven, en hij kon meteen meelopen. Ik zat nog even op de Wings te kletsen met Frans en Amelie, die we twee jaar geleden ook al op de Azoren getroffen hadden. Ze hebben een huis op Horta, maar gaan nu toch terug naar Nederland omdat het onderwijs voor de twee dochters in het Portugees toch tegen valt. Ik hoop dat ze weer kunnen wennen aan Den Haag en Nederland!
Het was leuk Arnold weer te zien. Na samen een lekkere hamburger in het havenrestaurant, weliswaar een beetje schuilend tegen de regen onder het afdak van het terras, en de nodige lokale biertjes, zijn we de volgende dag meteen naar het militaire museum van de Azoren gegaan dat zich vlak bij de haven bevindt in een oud fort. De Azoren hebben behoorlijk wat meegemaakt in het verre verleden maar daar was weinig van bewaard gebleven. Er stond voornamelijk oude zooi, zeg maar, niet vergelijkbaar met b.v. het museum in Soesterberg waar we een paar maanden geleden met Hugo Linnenbank waren. Wel was de expositie over de vrijheidsoorlogen in de kolonie voor ons interessant omdat dit niet zo op ons netvlies stond. Portugal heeft zelfs langer dan Nederland nog geprobeerd hun koloniën te behouden. Wellicht omdat het land zelf zoveel armer was? In ieder geval heeft het tot dezelfde eindsituatie geleid alleen met veel meer nutteloze doden.
Om de rij bij ‘A Tasca’ te ontlopen liepen we er vroeg heen en konden we meteen aanschuiven in dit zeer populaire restaurant. Ik was er met Gerard en Peter geweest, maar toen moesten we anderhalf uur wachten. Ook dit keer was het weer zeer de moeite waard, zie onderstaande foto voor aan tafel geflambeerde worst.
Arnold had wel een beetje pech omdat ik weer last had van vertrek-haast, de volgende dag wilde ik al weg omdat het mooi weer was en de weersverwachtingen nóg minder wind aangaven. Ik dacht hiermee de windstiltes te kunnen ontlopen. Helaas pakte dit niet zo uit… en hadden we net zo goed nog een paar dagen kunnen blijven zodat Arnold wat meer van de Azoren meekreeg.
Tot we onder het eiland uit waren zag het er mooi uit, maar eenmaal in vrije wind was het behoorlijk buffelen om de boot aan de praat te houden in de deining. Deining ontstaat doordat het ergens anders waait of heeft gewaaid, en die oude golven gaan op de oceaan honderden zo niet duizenden kilometers door. Het vervelende er van is dat het betekent dat de boot wel op en neer gaat, rolt en schommelt, en energie verliest. Je hebt dan ook meer wind nodig met deining dan zonder om dezelfde snelheid te lopen.
Onderweg liep alles lekker rustig met z’n tweeën maar het was wel vermoeiend. Vooral halverwege toen we een dag en nacht door een front heen moesten en dus aan de wind voeren, klappend op de golven en deining. Het is niet gevaarlijk — we reven tegenwoordig sneller en dan is er niks aan de hand. Maar je slaapt wel slechter door het rollen in je bed. Juist de betere matrassen aan boord zijn dan eigenlijk onprettiger, want deze hebben binnenvering en dan deint je hele bed mee. Ook moet ik dan wennen aan alle geluiden; ik wil elk geluidje herkennen. Als eenmaal duidelijk is welk piepje welk touwtje is dat over een schijf heen en weer kreunt kan ik pas slapen.
Onderweg was de 2e keer dat we de Starlink gebruikten, dit keer zonder backup van Iridium. Het is weer prima bevallen, zo nu en dan een paar minuten uitval maar over het algemeen een prima verbinding. We hebben voor een paar tientjes “priority mobile data” lekker kunnen internetten. Onderweg heb ik zelfs een extra MarineTraffic station ingericht zodat wij onze eigen positie (en die van schepen om ons heen) konden rapporteren zodat iedereen dit kon inzien. Ook werd de tracking op de eigen webpagina bijgewerkt.
Met de trage en hobbelige voortgang was Arnold er dan ook na een dag of 6 wel “klaar” mee. Snap ik ook, ik was het ook eigenlijk! Maar gelukkig kwam toen het einde in zicht en na 8 dagen waren op een mooie zaterdagochtend aan in Crookhaven, Ierland. Crookhaven is een overduidelijk vakantiedorp geworden, met 3 pubs/restaurants die allemaal prop vol bleken, en we konden er dan ook wel Murphy’s (de stout van het zuiden, uit Cork, eigendom Heineken…) drinken maar niet eten. En de fish-and-chips tent had geen fish, alleen een (achteraf) matige hamburger. Maar het maakte niet uit, en de patatten waren lekker.